Breng je overhemden naar de wasserij of was ze zelf: ze dienen in iedergeval goed gestreken te worden. Maar hoe krijg je dat kreukloze effect?
1- Benodigdheden
Zorg allereerst dat je een stoomstrijkijzer gebruikt dat is gevuld met water. Dit maakt het strijken een stuk gemakkelijker en zorgt ervoor dat je overhemd minder snel slijt. Een welgevormde strijkplank met een zachte toplaag – waarin knoopjes kunnen wegzinken – krijgt de voorkeur.
2- Strijk niet te heet
Kijk altijd goed in het was- en strijkvoorschrift om te zien op welke temperatuur je frisgewassen hemd gestreken mag worden. Het aantal stippen in het icoontje corresponderen met de stippen op de temperatuurschakelaar van de strijkbout. Over het algemeen geldt dat puur linnen heet, katoen iets minder heet en dat wol, zijde en mengsels lauw gestreken moet worden.
3 – Strijk je overhemd aan de binnenkant
Om verkleuringen en beschadigingen te verkomen is het raadzaam om je overhemd aan de binnenkant te strijken. Neem er de tijd voor. Als je het overhemd verkeerd over de plank legt of er een ander deel van je hemd onder je strijkvlak ligt, kun je een scherpe kreukel maken die er lastig weer uitgaat. In het geval van hardnekkige kreukels of wanneer het overhemd erg droog is geworden, verstuif je uit je strijkijzer wat water over de stof.
4 – Strijk het schouderpand en de boord
Maak alle knoopjes los en leg de boord plat. Strijk de binnenzijde van de boord. Span beide schouderstukken over de ronde kant van de plank en strijk de rugpanden. Als je strijkplank niet breed genoeg is om de rug in twee delen te strijken, doe je het midden deel van de rug apart.
5 – Strijk het lijf
Als de rugpand en de boord gestreken zijn, neem je een van de voorpanden (met de sluitbies of met knoopjes) en span je die met het schouderstuk om de puntige zijde van de strijkplank. Doe vooral je best op de pat met knoopsgaten, want die zijde zit de hele dag goed in het zicht.
6 – Strijk de mouwen
Knoop het hemd gedeeltelijk dicht. Pak de mouw bij de zijnaad en leg en hem strak op de plank. Strijk de mouw en het plat gelegde manchet. In het geval van een dubbele manchet strijk dan ook de achterzijde, die bij het dubbelvouwen voor een deel voorzijde wordt. Strijk eventueel de vouw er vast in.
