Het behoort ergens tot ondergoed, maar wel van het soort dat iedereen kan zien. Zorg dus dat je je er niet voor hoeft te schamen! Wat ooit begon –net als elk kledingstuk- als functioneel is nu meer dan ooit onderdeel van je oufit. Ondergewaardeerd en onderschat, want de kracht van de juiste sok is groter dan je denkt. Bedenk maar eens wat de kracht is van de foute sok en omdat we al genoeg zwart, grijs en blauw dragen hebben de heren van EFFIO een tegengeluid gecreëerd. Een kleurrijk tegengeluid mogen we wel zeggen…
Het idee begon in december 2005 –voordat er ook daadwerkelijk een sok op de plank lag om te verkopen was het september 2007- De tijd dat zwart/wit wel van de buis verdwenen was, maar niet uit de schoen; kleurrijke designs waren zeldzaam. De sok was, tot groot verdriet van Joost van Beek en Henk Werksma, in de afgelopen decennia gedegradeerd tot voetveeg. De twee jonge ondernemers waren tot elkaar veroordeeld, door familie- en vriendschapsbanden zagen zij elkaar vaak en na het zoveelste gesprek over het niet bestaan van de ultieme designsok werd een gezamenlijk doel gesteld: samen de beste en mooiste sokken maken voor de man met stijl én inhoud. Zonder ervaring in het fabriceren van sokken of kleding begon het avontuur.
Signore M. Bertoletti
Na het schrijven van het businessplan en het vinden van een investeerder, reisden zij af naar Milaan. In het verre land van mode en pizza’s ontmoetten zij signore M. Bertoletti. Hoofd van de familie Bertoletti’s en hoofd van het beste sokkenhuis ter wereld. Dit is de man die ze zochten! Zittend in zijn oude leunstoel, omgeven door sigarenrook en uitpuilende asbakken verhalend over sokken, sokken en sokken. Hij zei dat ze garant staan voor het beste. En dat klopte: de stoffen toonden de meest wonderbaarlijke mooi heldere en tegelijkertijd diepe kleuren en waren ook nog eens van topkwaliteit.
Een jaar vertraging
Niet onbelangrijk om te vermelden waren trouwens de gesprekken die werden gevoerd met signore M. Bertoletti over de winter collectie. Joost: “Ik snapte het niet. Die sigarenrokende man deelde in gebrekkig Engels het ene compliment na het andere uit. En telkens hetzelfde compliment: ‘wat hebben jullie een goede planning! Wat zijn jullie mooi op tijd. Complimenti, complimenti!’ Pas terug op het terras in Milaan begrepen we tot onze grote schrik deze signore bedoelde: de eerste Effiocollectie zal niet verschijnen in september 2006 maar een jaar later: september 2007. Wisten wij veel dat je de collecties ruim een jaar van te voren besteld.”
Samenwerking met Nederlands modetalent
Uiteindelijk was het jaar uitstel goed voor Effio –wat overigens Latijn voor fashion is- en werd het concept aangescherpt. In die periode kwam er een onderzoek uit van Premsela, het Nederlandse instituut voor Design en Mode. Zij stelden dat afgestudeerde modestudenten van de academies barsten van talent maar dat niet commercieel weten uit te baten. Effio wilde een brug slaan om zo de verbinding te leggen tussen creativiteit en commercie en zocht samenwerking met de Rotterdamse modeontwerper Mevan Kaluarachchi. Het resulteerde in de eerste ultieme collectie designsokken: kleurrijk, geblokt, geruit en gestreept. Dit was waar ze in 2005 van hadden gedroomd.
De uitbouw na collectie 1
De combinatie van Nederlands modetalent en de productie in het Italiaanse sokkenhuis van M Bertoletti was er één uit duizenden en zorgde voor collecties die explodeerden van de uitgesproken designs en spetterende kleuren. In de eerste collecties deden de modellen CHESS en EXPLOSION hun intrede. Het blokjes motief zoals een schaakboord is inmiddels een klassieker geworden. In 2010 is Effio ook gaan samenwerken met de Amsterdamse modeontwerper Antoine Peters –opgenomen in het boek 100 New Fashion Designers waarin ’s werelds 100 meest innovatieve jonge ontwerpers worden geportretteerd- en hebben zij net weer samen een collectie gelanceerd. Terwijl in deze tijd van economische crisis vooral wordt gesproken over oude sokken voor je spaargeld, lanceert EFFIO een tegengeluid met hun vrolijke ‘Bloemen in crisistijd’-collectie. Niet bedoeld voor euro’s maar voor voeten die ergens voor staan.
En het avontuur duurt nog steeds voort. De betrokkenheid van de drager is enorm. Joost van Beek: “wij hebben geen klanten maar fans, zij dragen het merk –letterlijk en figuurlijk- en helpen ons om nog mooiere sokken te maken”.
door WATCH magazine | Arjan Drost