Sinds 1663.
Vitale Barberis Canonico is de oudste weverij in de wereld. Deze oude en bijzondere weverij staat in Trivero.

Trivero is een gemeente in de Italiaanse provincie Biella (regio Piëmont) en telt ongeveer 6663 inwoners . De oppervlakte bedraagt 29,9 km², de bevolkingsdichtheid is 223 inwoners per km².
Vitale Barberis Canonico heeft een lange geschiedenis. In 1726 begint de weverij een bedrijf te worden van wereld formaat. In 1970 is de omzet gegroeid naar inmiddels 2 biljoen lire en is er een productie van 635.000 meter. De helft hiervan wordt geëxporteerd naar Frankrijk, België, Duitsland en Nederland.

Vitale Barberis Canonico is een Italiaanse wever met een eeuwenoude traditie. De stoffen van Vitale Barberis worden gemaakt van exclusieve wol die voornamelijk uit Australië wordt gehaald. In Australië heeft Vitale Barberis Canonico zijn eigen weilanden en merino schapen.Het merinosschaap is een van de bekendste schapenrassen in de wereld. Het is het meest voorkomende schapenras ter wereld en wordt over het algemeen geprezen voor de kwaliteit van de wol. Er zijn twee soorten merinosschapen te onderscheiden. Schapen zonder hoorns (of alleen kleine stompjes) en gehoornde merinosschapen met lange spiraalvormige hoorns die dicht bij het hoofd groeien. De rammen hebben meestal hoorns en de ooien niet.
Nadat de wol in het Italiaanse Trivero is gearriveerd gaan de beste vakmensen ermee aan de slag om de mooiste doeken te maken. Vitale Barberis Canonico is gespecialiseerd in de lichte wollen stof met de zachte, typisch Italiaanse val. Per jaar wordt er zo’n 7 miljoen meter geproduceerd. Dat zijn 0ngeveer 2,5 miljoen pakken.
Van Schaap naar Pak:
Vitale Barberis Canonico gebruikt net als vele andere stoffen leveranciers voor wollen doeken: het merino schaap.
Merino wordt gezien als het oorspronkelijke schapenras dat fijne scheerwol levert. Het ras is afkomstig uit Spanje en 200 jaar geleden naar Australië gebracht. De vezels van Merinowol zijn sterk gekroesd. Met deze wol worden soepele weefsels gebreid of geweven, bijvoorbeeld voor gebruik de maatpakken bij Tillemans Tailors.




Weven is het vervlechten van horizontale en verticale groepen draden tot textiel. Het is een zeer oude techniek.Voor het weven spant men een aantal draden in verticale richting parallel op. De constructie waarop dit gebeurt heet scheren. De opgespannen draden heten schering. Soms moeten deze scheringdraden (of kettingdraden) gelijmd (gesterkt) worden om meer veerkracht en weerstand te hebben tegen breuk tijdens het weven. Vervolgens worden één voor één andere draden haaks hierop, op horizontale wijze tussen de schering door, in het weefgetouw ingelegd. Deze draden heten inslagdraden. Deze draden worden strak tegen elkaar aangedrukt door middel van een zogenaamd ‘riet’.
Bij een weefgetouw kunnen de draden van de schering (of ketting) per groep worden opgetild door schachten of kammen. Door in een bepaald patroon de kettingdraden op te tillen of te laten vallen, ontstaan welbepaalde ingeweven patronen (bindingen), die soms heel ingewikkeld kunnen zijn. Tot het midden van de twintigste eeuw werden de inslagdraden met behulp van een schietspoel in het weefsel geweven. Deze schietspoel is een schuitvormig blokje, waarin een spoel met draad tijdens het heen en weer bewegen wordt afgewikkeld.
Na het weven wordt het doek gecontroleerd op weeffouten. Bij Vitale Barberis Canonico wordt dit door vrouwen gedaan. De eerste controle gebeurt na het weven en de tweede controle na het finishen van het doek.

Na deze controle krijgen de stoffen een finishing touch. De zomer stoffen worden voor verwerking nog gewassen maar de winter stoffen krijgen eerst een warm bad met zeep. Hierdoor krijgen de winterstoffen een ander uiterlijk en zijn zwaarder geworden door de krimp van het wassen.
![Vitale Barberis Canonico & Ferrari. [MADE IN ITALY] Vitale Barberis Canonico is sponsor van de prestigieuze rally:Italia Classica](https://www.tillemanstailors.nl/wp-content/uploads/VBC-en-Ferrari-MADE-IN-ITALY.jpg)